Het einde van de Bijbel

Vandaag belandde ik met het checken van de Nukuoro-vertaling aan het einde van de Bijbel. De Hebreeuwse Bijbel, wel te verstaan: deze eindigt met 2 Kronieken, de laatste van de Ketuvim, de Geschriften.
2 Kronieken heeft een bijzonder einde. Na een lange rij koningen (van wie het merendeel niet aan de maatstaven voldoet), oorlogen, deugden en ondeugden, komt er in het laatste hoofdstuk in rap tempo een eind aan het rijk Juda. De laatste koning wordt in ballingschap gevoerd, de tempel wordt verwoest, en van Jeruzalem blijft weinig over. Het verhaal sluit af met een grootse inclusio: zoals na de schepping God rust van zijn werk met de rust van de sabbat (Genesis 2:1), zo heeft nu het land een sabbatsrust van 70 jaar:

“totdat het land zijn sabbatsjaren vergoed gekregen heeft. Al de dagen die het woest lag, heeft het gerust, om zeventig jaar vol te maken.” (2 Kron. 36:21)

Toch is dat niet helemaal het einde van het boek. Er volgen nog twee verzen:

“Maar in het eerste jaar van Kores, de koning van Perzië, wekte de HERE, opdat het woord des HEREN, door Jeremia verkondigd, zou worden voltrokken, de geest van Kores, de koning van Perzië, op, om door zijn gehele koninkrijk, ook in geschrifte, deze oproep te doen uitgaan: Zo zegt Kores, de koning van Perzië: alle koninkrijken der aarde heeft de HERE, de God des hemels, mij gegeven en Hij heeft mij opgedragen Hem een huis te bouwen in Jeruzalem, in Juda. Wie nu onder u tot enig deel van zijn volk behoort – de HERE, zijn God, zij met hem, hij trekke op.”

Het zijn precies dezelfde woorden die we ook lezen aan het begin van Ezra 1 – het boek dat in onze Bijbel (gebaseerd op de Griekse volgorde van de Bijbelboeken) direct op Kronieken volgt. Lees je Ezra 1, dan merk je dat die twee verzen maar het begin zijn; het decreet van koning Kores is in feite een stuk langer dan wat we hier in Kronieken lezen. Het is alsof de schrijver van Kronieken wil aangeven: het verhaal gaat verder, er is leven na de ballingschap. Dat verhaal werkt hij verder niet uit, maar hij kan het niet laten om toch éven – om zo te zeggen – de maat aan te geven.

P1080947k

help! geen internet

Wat doe je als je een collega op Guam wilt spreken die thuis geen internet heeft, en dus ook geen e-mail, Skype, Facebook…? Inderdaad, pak de telefoon, de ouderwetse vaste telefoon.
Aardige bijkomstigheid: in 1997 is het telefoonnetwerk van Guam bij de VS getrokken, en dat betekent dat ik daarheen bel voor een dubbeltje (voor de jongere lezers: tien cent) per minuut.

In elk geval, het was goed om Betty Amon weer even te spreken. We werken allebei hard aan de Nukuoro-vertaling, maar het is bijna drie jaar geleden dat we met elkaar rond te tafel hebben gezeten. In mei hoop ik er op bezoek te gaan en het vertaalteam te ontmoeten.

Yap

Yap is een eilandje in Micronesië (op Google Earth: zoek “Yap, Micronesia”). Deze week houdt de Pacific Group, de vertaalgroep waar wij deel van uitmaken, hier zijn conferentie. Ik ben er zelf niet bij, maar leef op afstand een beetje mee.
Het bijzondere is dat twee derde van de aanwezigen eilanders zijn: naast een stuk of tien Wycliffers (Amerikanen en één Nederlander) zijn er zo’n twintig aanwezigen uit verschillende talen in Micronesië: Nukuoro, Satawal, Woleai, Tobi en Sonsorol. Vertalers in heel verschillende situaties: Nukuoro-vertaler Betty Amon heeft de hele Bijbel al af (de vertaling wordt deze jaren verder verbeterd en aangescherpt door Betty zelf, door haar team, en door mij). De Woleai- en Satawal-vertalers werken sinds een paar jaar aan het Nieuwe Testament. En in het Tobi en het Sonsorol is het vertaalwerk nog maar net begonnen.
Een paar jaar geleden namen we zelf deel aan een soortgelijke conferentie, waar we met zowel Wycliffers als eilanders rond de tafel zaten. We zagen wat een prachtige gelegenheid zo’n conferentie is. Vertalers worden bemoedigd, scherpen hun visie aan, nemen een voorbeeld aan elkaar (“als zij het hele Oude Testament vertaald heeft, kan ik het ook!”) en gaan aan het eind van de week met nieuwe moed naar huis. Bovendien, door je kennis te poolen (hoe zeg je dat mooi in het Nederlands?), kun je een hoop van elkaar opsteken.
In elk geval, we wensen onze collega’s nog mooie dagen toe!