De Cookeilanden zijn een uitgestrekte eilandengroep midden in de Grote Oceaan. Op de eilanden worden verschillende talen gesproken. De taal van Pukapuka (1300 km van het hoofdeiland) verschilt flink van de nationale taal, het Rarotonga.
Het Rarotonga heeft al sinds de19e eeuw een Bijbel, het Pukapuka niet. In 1976 begon een groepje Pukapuka’s met het vertalen van de Evangeliën in hun eigen taal. Dat liep een aantal jaar door, maar kwam langzaam tot stilstand. In 2003 werd het werk herstart. Niet alleen in Rarotonga, maar ook en vooral in Nieuw-Zeeland en Australië, want dat is waar veel Pukapuka’s tegenwoordig wonen. Wycliffe-collega’s Kevin en Mary Salisbury werkten samen met projectcoördinator Mailalo Melota en een groep Pukapuka-vertalers.
In 2023 was het Nieuwe Testament en de Psalmen klaar: vertaald, gecontroleerd door de gemeenschap en door consulenten en nogmaals herzien. Het team besloot om deze als tweetalige uitgave te drukken: naast het Pukapuka de NIV. Want voor veel mensen, met name jongeren die in Nieuw-Zeeland of Australië opgroeien, is het Pukapuka inmiddels hun tweede taal. Ze gebruiken dagelijks Engels, maar het Pukapuka blijft de taal van “thuis”, de taal van de eigen groep. Met een tweetalige uitgave kunnen ze de twee vertalingen naast elkaar gebruiken.

Twee pagina’s uit Mattheüs. In de buitenste kolom het Pukapuka, in de binnenste kolom in kleinere letters het Engels.
Ik ben door de jaren heen als consulent bij het project betrokken geweest, en uiteindelijk heb ik de vertaling getypeset. Dat was een bijzonder uitgave: een tweetalige Bijbel met veel illustraties, voetnoten en kruisverwijzingen, en achterin een verklarende woordenlijst (zeg maar gerust een kleine encyclopedie) van 140 pagina’s. Afgelopen november kreeg ik het eerste exemplaar thuisbezorgd: Te Puka Yā: Te Wakapononga Wōu ma te Puka Talamo (Het Heilige Boek: het Nieuwe Verbond en het Boek van de Psalmen).
Op 6 december is de vertaling op Pukapuka feestelijk overgedragen aan de bevolking. Het was een groots moment in de geschiedenis van het eiland. Na zoveel jaren de Bijbel in hun eigen taal – voor de Pukapuka’s een reden voor grote vreugde. De Bijbel werd in optocht naar de kerk gedragen, waar een feestelijke bijeenkomst was met toespraken en veel muziek.

Voor de bijeenkomst, in afwachting van de plechtige optocht naar de kerk. Links Karika en zijn vrouw, daarnaast Mary, daarachter Kevin. Rechts Mailalo en zijn vrouw Yi.
Een paar dagen later sprak ik via Skype een Pukapuka-man, Karika. Hij is de schoonzoon van de man die al in 1958 zei: “Ooit zullen we de Bijbel in het Pukapuka hebben.” Karika vertelde geëmotioneerd over de overdracht; voor hem was het het mooiste en belangrijkste Pukapuka-evenement ooit. Op de tv van de Cookeilanden verscheen een uitgebreide reportage.

Ook aan de kinderen is gedacht met boekjes met Bijbelverhalen. Hier leest Luta (= Ruth) het verhaal van Ruth.
De Pukapuka-vertalers gaan intussen door. Weliswaar zijn nu alleen het NT en de Psalmen uitgegeven, maar ook een heel aantal boeken van het Oude Testament zijn al vertaald, en hieraan wordt meteen verder gewerkt. De eerste uitdaging is echter een andere: hoe krijgen we de Bijbels bij de mensen? Pukapuka’s wonen verspreid over allerlei plekken in de Cookeilanden, Nieuw-Zeeland en Australië. Op dit moment is nog maar een klein aantal Bijbels op Pukapuka aangekomen – het vliegtuig had beperkte capaciteit en het vrachtschip komt pas in februari. Intussen worden dozen met boeken naar allerlei bestemmingen verstuurd. Via plaatselijke kerken en gemeenschappen bereiken ze hopelijk spoedig de mensen die erop wachten.