[ Inleiding | Geschiedenis | Talen | Kerk en Bijbel ]
Naarmate verschillende Polynesiche groepen door alle migraties verder van elkaar verwijderd raakten, nam het onderlinge contact uiteraard af. Hierdoor kon het gebeuren dat iedere groep zijn eigen taal ontwikkelde: in de loop van eeuwen maakte de taal in elk gebied tal van veranderingen door, zodat uit de oorspronkelijke Polynesische taal uiteindelijk meer dan dertig talen voortkwamen. Woorden raakten in onbruik of veranderden van vorm, nieuwe woorden kwamen in gebruik; en ook de grammatica veranderde beetje bij beetje. En zo is de situatie nu nog: grofweg iedere eilandengroep heeft zijn eigen taal. Sommige daarvan tellen meer dan honderdduizend sprekers, andere niet meer dan enkele honderden. En één taal, het Niuatoputapu in Tonga, is inmiddels uitgestorven.
De kleinere Polynesische talen liggen voor een deel als minderheidstaal in een groter Polynesisch gebied, zoals het Pa’umotu in Frans Polynesië en het Pukapuka op de Cook Eilanden. Verder zijn er de kleine Polynesische staatjes en gebiedsdelen, met elk niet meer dan enkele duizenden inwoners: onbekende namen als Tokelau en Tuvalu. Ten slotte zijn er ook een aantal Polynesische talen die buiten het eigenlijke Polynesië liggen, verder naar het westen en noordwesten. Er zijn Polynesische talen te vinden in Vanuatu, de Solomons Eilanden en Nieuw Caledonië, en zelfs tot in Papoea Nieuw Guinea en Micronesië. Blijkbaar zijn in het verleden Polynesische ontdekkingsreizigers niet alleen oostwaarts getrokken, verder de oceaan in, maar ook ’terug’ naar het gebied waar hun verre voorouders vandaan kwamen. Ze troffen kleine eilandjes aan (want al deze talen zijn op kleine eilanden te vinden), waarschijnlijk nog onbewoond, en vestigden zich daar. Hoewel al deze eilandjes afzonderlijke talen hebben ontwikkeld, is nog duidelijk zichtbaar dat deze talen afstammen van de talen in het Polynesische kernland.
[ Inleiding | Geschiedenis | Talen | Kerk en Bijbel ]